Levensloop: overgangsbepalingen

 

Leuker kunnen we het niet maken, maar ook niet makkelijker, is hetgeen mij door het hoofd schiet als ik de overgangsmaatregelen voor de levensloopregeling lees. Het betreft hier nog een wetsontwerp dat naar verwachting in week 50 behandeld zal worden in Tweede Kamer. 

In het kort:
Hoofdregel: per 1 januari 2012 vervalt de levensloopregeling
A.    De medewerker heeft op 31 december 2011 minder dan € 3.000 op zijn levenslooprekening staan. Voor hen vervallen de levensloopfaciliteiten in zijn geheel. Dit is extra zuur voor de mensen die wel consequent gespaard hebben maar dit op een beleggingsrekening hebben gedaan. Dit kan er toe leiden dat door beursfluctuaties op het allerlaatst het bedrag niet (meer) wordt gehaald. TIP: stort nog een bedrag bij in november en december, dit moet wel via de werkgever lopen en passen binnen de marge van 12% van het jaarsalaris.
B.    Voor hen die op 31 december 2011 als saldo het magische bedrag van € 3.000 of meer hebben staan, geldt dat zij in de huidige levensloopregeling kunnen blijven deelnemen, met alle voordelen en beperkingen van dien. Een extra beperking wordt dat vanaf 1 januari 2012 de levensloopverlofkorting wordt afgeschaft. Ter illustratie: in 2011 bedraagt deze levensloopverlofkorting nog € 201 per gespaard jaar. Het saldo blijft vrij van vermogensrendementsheffing (box 3), zolang ze blijven deelnemen. 
C.    Zowel de medewerkers onder A als B genoemd kunnen in 2012 het door hun opgebouwde saldo ineens opnemen. Daarbij wordt de t/m 2011 opgebouwde levensloopverlofkorting alsnog verzilverd. 
D.    Medewerkers onder A kunnen in 2012 en 2013 verlof opnemen volgens de levensloopregeling
E.    De medewerkers onder A en B kunnen in 2013 het saldo van de levenslooprekening zonder belastingheffing omzetten in Vitaliteitssparen. Mocht er bij de medewerkers onder A (<€ 3.000) op 31 december 2013 nog een bedrag staan, dan wordt dat in een keer belast en valt het vrij.
F.    Vanaf 2014 kan het levenslooptegoed ook worden doorgezet naar de Vitaliteitssparen. Dit geldt dus alleen voor hen die op 31 december 2011 € 3.000 of meer hadden staan.  Vanaf een bedrag van € 20.000 wordt dan echter belasting geheven (box 3, vermogensrendementsheffing).  
G.    Als medewerkers blijven deelnemen aan de levensloopregeling, dan kunnen ze niet deelnemen aan Vitaliteitssparen. Het is ook niet mogelijk om uit het vitaliteitssparen terug te keren naar delevensloopregeling.

Bron: Informatieblad Vitaliteitspakket Ministerie van SZW, oktober 2011