Interim-manager met één opdrachtgever volgens rechtbank toch IB-ondernemer

Een zelfstandige die maar één opdrachtgever heeft. Dat is geen ondernemer. Zo oordeelde de Belastingdienst in een zaak tegen een interim-manager. De Rechtsbank in Arnhem dacht daar anders over. In sommige gevallen kan iemand die voor één opdrachtgever werkt, toch gezien worden als IB-ondernemer. Er hoeft niet noodzakelijk voor meerdere opdrachtgevers tegelijk worden gewerkt: dat kan ook volgtijdelijk.

De aanleiding

Een zelfstandig interim manager had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen over 2013 en 2014. In 2013 heeft hij in totaal 284 declarabele uren gewerkt, verdeeld over twee opdrachtgevers. Aan hem is – na eerder bezwaar – een VAR winst uit onderneming afgegeven. Bij de opdrachten heeft de zelfstandige modelovereenkomsten van de Belastingdienst gebruikt.

In 2014 had de interim-manager 1.768 declarabele uren voor één opdrachtgever gewerkt. Een opdracht elders is afgezegd in verband met zijn ernstig zieke echtgenote. In 2015 groeit het aantal opdrachtgevers naar vier en in oktober van dat jaar trad de interim-manager in dienst bij het bedrijf waar hij heel 2014 voor had gewerkt.

In de belastingaangiften merkte de zelfstandige de inkomsten uit 2013 en 2014 aan als winst uit onderneming. Daar stelde Belastingdienst zo haar vraagtekens bij en kwam na een boeken onderzoek tot een verhoogde aanslag omdat de interim-manager niet als ondernemer werd aangemerkt. Na een vergeefs bezwaar werd het dossier aan de rechter voorgelegd.

Uitspraak rechtbank

In de uitspraak van de rechtbank staat onder andere te lezen: “Een belastingplichtige geniet winst uit onderneming indien hij zijn activiteiten zelfstandig uitoefent. Daarvan is sprake indien hij de werkzaamheden zelfstandig verricht ten opzichte van zijn opdrachtgever(s), hij niet slechts incidenteel opdrachten aanvaardt maar streeft naar continuïteit door het verkrijgen van verschillende opdrachten (duurzaamheid), en daarbij ondernemersrisico loopt”, somt de rechtbank op. “Voor het antwoord op de vraag of zodanig risico zich voordoet, is van belang of de belastingplichtige voor de verwerving van opbrengsten afhankelijk is van het zelfstandig aantrekken en behouden van klanten en of in het kader van de beroepsuitoefening risico’s van enige betekenis worden gelopen ter zake van investeringen in bedrijfsmiddelen of ter zake van debiteuren.”

Bijzondere omstandigheid dienstverband

De interim-manager betoogde dat hij zijn werkzaamheden en tijdsindeling naar eigen inzicht kon inplannen en daar de volledige verantwoordelijkheid voor droeg. Alleen over resultaten werd overlegd met opdrachtgevers. Dat de interimmanager een  dienstverband is aangegaan kwam mede voort vanwege de onzekerheid over het standpunt van de Belastingdienst. De zelfstandige wees verder op zijn uitgebreide netwerk. Van ondernemersrisico was sprake, omdat hij in geval van ziekte of vakantie geen inkomsten zou hebben gehad en dat de contracten tussentijds opgezegd konden worden. De Belastingdienst is het daar niet mee eens omdat er maar de interim-manager maar één grote opdrachtgever had.

Meerdere opdrachtgevers mag ook voltijdelijk

De rechtbank heeft deze zelfstandig ondernemer in het gelijk gesteld:  “Eiser heeft met twee opdrachtgevers in twee jaar tijd slechts in beperkte mate voldaan aan de vereisten van zelfstandigheid en duurzaamheid. De rechtbank oordeelt evenwel dat twee opdrachtgevers in het geval van eiser voldoende is, nu zijn echtgenote in die periode ernstig ziek is geweest.” Gezien die omstandigheden kon hij niet voor meerdere opdrachtgevers werken. Bovendien is in 2015 voor vier opdrachtgevers gewerkt.

Volgens de rechtbank hoeft dat niet gelijktijdig: “Anders dan verweerder stelt, kan ook aan de vereisten van duurzaamheid en zelfstandigheid worden voldaan door het volgtijdig verwerven van klanten. Het is niet noodzakelijk dat gelijktijdig voor meerdere klanten wordt gewerkt.”

Beperken risico teken goed ondernemerschap

Volgens de Belastingdienst was er van een debiteurenrisico geen sprake omdat de urenregistraties vrijwel direct zijn uitbetaald en de opdrachtgevers financieel gezond zijn. Dat argument werd door de rechter van tafel geveegd. “Dat eisers opdrachtgevers financieel gezond zijn maakt dit niet anders. Het beperken van het debiteurenrisico door het zorgvuldig kiezen van opdrachtgevers is veeleer een teken van goed ondernemerschap.”

Ook volgde de rechtbank de interim-manager in zijn stelling dat hij ondernemersrisico heeft gelopen doordat contracten tussentijds opgezegd konden worden, dat hij verplicht een arbeidsongeschiktheids- en wettelijke aansprakelijkheidsverzekering heeft moeten afsluiten, dat hij ingeval van ziekte en vakantie geen inkomsten heeft c.q. zou hebben genoten en dat de gewerkte uren niet zonder meer zijn uitbetaald.

Conclusie

Zeker bij interim-managers komt het regelmatig voor dat een zelfstandige maar een opdrachtgever heeft over een bepaalde periode. Deze uitspraak maakt duidelijk dat dat niet per sé een probleem is. Zoals gebruikelijk kijkt de rechter naar de bredere context. De bijzondere privé omstandigheid speelt een rol bij de beoordeling, maar de rechter keek – zoals beschreven – ook naar andere elementen. De intentie om ondernemer te willen zijn (bijvoorbeeld acquisitie en verzekeringen) speelt hier een grote rol.

In het kielzog van de Wet DBA staan zelfstandigen die een langdurige opdracht doen bij één opdrachtgever in de bijzondere belangstelling van de Belastingdienst. Deze uitspraak geeft wel enige richting over hoe strikt de Belastingdienst daarin kan zijn en wat voor zelfstandigen van belang is om te laten waar hun ondernemerschap uit af te leiden is.