Werknemers krijgen opnieuw te maken met hogere pensioenkosten, omdat er over de komende decennia met een lager rendement moet worden gerekend op iedere euro die nu wordt gespaard.
Dat kan betekenen dat de premies worden verhoogd, of de beloofde uitkeringen worden verlaagd.
Minister Piet Hein Donner van Sociale Zaken heeft woensdag bepaald dat de pensioenfondsen vanaf 2011 met meer gematigde verwachtingen voor aandelenrendementen moeten rekenen dan nu het geval is.
Grote weerstand
De ingreep stuit op grote weerstand bij werkgevers en werknemers, die stellen dat een nieuwe lastenverzwaring onmogelijk is. Bestuurder Eddy Haket van de vakcentrale MHP vreest een koopkrachtverlies van 0,5% voor de middengroepen. Volgens werkgeversorganisatie VNO-NCW is een premiestijging als gevolg van de nieuwe parameters 'uit den boze'. Denkbaar is dat werkgevers en werknemers besluiten om het huidige premieniveau te handhaven, en besparen door de pensioenuitkeringen te verlagen.
Vanaf volgend jaar moeten pensioenfondsen rekenen met een maximale jaarlijkse opbrengst van 6,8% voor aandelen, waar de beleggingskosten - die tussen de 0,2 en 0,5% liggen - nog van af moeten. Tot nu toe mocht met een maximaal rendement van 7,4% worden gerekend, zonder inhouding van kosten.
Premieverhoging
Omdat het om premies gaat die wel tot zestig jaar op de beurs belegd worden, zijn de gevolgen van het verlagen van de maxima volgens verschillende experts groot. Volgens Onno Steenbeek van ABP-dochter APG moeten de Nederlandse pensioenfondsen een premieverhoging van 10% à 20% doorvoeren.
Sociale Zaken zelf berekent dat de jaarlijkse stijging van de pensioenpremies beperkt blijft tot 1%. Steenbeek meent dat Donner de gevolgen 'bagatelliseert'. Jaarlijks dragen werknemers en ondernemingen euro 25 mrd af aan aanvullend pensioen.
Tweede Kamer
De vakfederaties MHP en FNV hopen dat de Tweede Kamer een stokje steekt voor het besluit van de demissionaire minister. Peter Gortzak, vicevoorzitter van de FNV, had liever gezien dat Donner de huidige maxima voor de beursverwachtingen voor de komende twee jaar gehandhaafd had.
De Kamer heeft vier weken de tijd om bezwaar te maken tegen de algemene maatregel van bestuur die de aanpassing van de maximale rendementsverwachtingen regelt. In theorie hoeft Donner zich daar niet aan te houden, maar vanwege de demissionaire status van zijn kabinet is het hoogst onwaarschijnlijk dat hij een kritische Kamer zal negeren.
Nieuwe parameters
CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt zegt nog niet te kunnen overzien of het juist is wat Donner doet. Hij wil eerst 'beter inzicht krijgen' in de consequenties van de nieuwe parameters en zal de minister daar op korte termijn kamervragen over stellen. Ook PvdA-Kamerlid Patricia Linhard heeft nog geen oordeel. 'We vinden koopkracht heel belangrijk maar betaalbaarheid ook.'
Donner deed woensdag ook voorstellen om de solvabilteitseisen voor pensioenfondsen aan te passen. De minister baseert zich hierbij op visies van de hoogleraren Jean Frijns en Kees Goudswaard die hier in opdracht van Sociale Zaken studies naar verrichtten.
Dekkingsgraad
Donner bepleit dat pensioenfondsen veel duidelijker aan hun deelnemers aangeven wat hen te wachten staat. Nu brengen de meeste fondsen enkel de hoogte van de nominale dekkingsgraad naar buiten, wat alleen iets zegt over de hoeveelheid middelen die er zijn om pensioenen uit te keren die niet worden opgehoogd met de jaarlijkse inflatie. De publicatie van een reële dekkingsgraad geeft hierin meer inzicht en moet volgens Donner worden verplicht.
Pensioenfondsen krijgen wellicht te maken met hogere buffereisen. Nu worden deze gebaseerd op de hoeveelheid risicovolle aandelen en andere volatiele beleggingen in portefeuille. Er moet volgens Donner ook rekening worden gehouden met liquiditeitsrisico's, de mate waarin beleggingen zijn gespreid en het operationele risico.
Wetswijziging
De voorstellen hebben weinig waarde, omdat deze een wetswijziging behoeven die de Kamer moet steunen. De besluiten hierover worden pas na de verkiezingen genomen.